Een leven lang blijven ontwikkelen

Om bij te blijven met de snelheid van de actuele ontwikkelingen is mee ontwikkelen van groot belang. We schieten er niet veel mee op dan te blijven hangen in oude patronen en mogelijkheden. Er is en kan veel meer. Het is belangrijk als de ruimte wordt geboden dat je je kunt blijven ontwikkelen.

Om een leven lang ontwikkelen te stimuleren,komt er een wettelijke, onafhankelijke beoordeling om opleidingen in te schalen. Werkenden, werkzoekenden en werkgevers krijgen zo beter inzicht in het niveau van een opleiding die ze willen volgen. Ook kan er voortaan makkelijker worden ingegrepen als aanbieders onjuiste informatie verstrekken over het niveau van hun opleidingen. De Tweede Kamer stemde vandaag in met het wetsvoorstel Netherlands Qualification Framework (NLQF) van minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) dat dit regelt.

In 2022 volgde 24 procent van de beroepsbevolking tussen de 25 en 65 jaar scholing. Ruim twee derde daarvan was non-formeel. Het gaat dan bijvoorbeeld om een opleiding vanuit de branche of een vakgerichte training. 

Minister Paul: ‘Iedereen moet de kans krijgen om zichzelf een leven lang te blijven ontwikkelen. Dat is cruciaal voor innovatie, het omgaan met de veranderende wereld en voor een sterke economie. Maar ook voor ieders kansen om actief te blijven op de arbeidsmarkt. Daarbij helpt duidelijkheid over het niveau van een opleiding. Voor formeel onderwijs is die duidelijkheid er al, maar dat geldt nog niet voor non-formeel leren. Met deze wet stellen we studenten, werknemers en werkzoekenden beter in staat om weloverwogen keuzes te maken over hun scholing.’

Formeel en non-formeel onderwijs

Formeel onderwijs, dat leidt tot een overheids-erkend diploma of certificaat, wordt met deze nieuwe wet automatisch ingeschaald. Non-formele opleidingen, die niet leiden tot een overheids-erkend diploma of certificaat maar waarbij vooraf wel leeruitkomsten zijn bepaald, kunnen worden ingeschaald. Daarvoor gelden dan wel bepaalde criteria. Zo moet er onder meer sprake zijn van onafhankelijke examinering, minimaal vierhonderd studiebelastingsuren of aanvullende criteria en relevantie voor de arbeidsmarkt. Onderdeel van de nieuwe wet is ook een protocol dat aangeeft hoe opleiders wel en niet mogen communiceren over het niveau van de opleidingen die ze aanbieden. De nieuwe wet geeft inzicht in het niveau van de leeruitkomsten van een opleiding en is dus geen kwaliteitskeurmerk.

Europees perspectief

Nederland sluit hiermee aan bij het European Qualification Framework (EQF). Dat is bedoeld om met goede niveau-inschaling de inzetbaarheid van mensen in hun werkende leven in Nederland en Europa te verhogen. In ons land worden opleidingen sinds 2012 ingeschaald. Er zijn inmiddels tien EU-lidstaten die de inschaling ook wettelijk vastgelegd hebben, daar sluit Nederland zich met deze wet bij aan. Het wetsvoorstel NLQF wordt nu aan de Eerste Kamer aangeboden.

'Om leven lang ontwikkelen aantrekkelijk te maken is meer nodig dan alleen geld en aanbod', zegt Magdalena Matei van Goldschmeding Foundation.

Het introduceren van een onafhankelijke beoordeling om opleidingen in te schalen is een goed initiatief, maar er is meer nodig om stappen te zetten in de vastgelopen arbeidsmarkt. Er wordt veel geïnvesteerd om de leercultuur in Nederland te verbeteren, maar bepaalde groepen, zoals praktisch opgeleiden, werknemers in het mkb, flexwerkers en vijftigplussers, maken bijna geen gebruik van al die faciliteiten om te blijven ontwikkelen.

Als mensen de stap naar het bedrijfsleven eenmaal hebben gemaakt, gaan zij vaak niet meer verder met het volgen van opleidingen. Dat ligt aan de attractiviteit van hoe het onderwijs wordt aangeboden, maar ook aan het ontbreken van een leercultuur in Nederland. Zelfs bij het wegvallen van werk wordt nu de oplossing gezocht in een sociaal plan, terwijl we zouden moeten nadenken over een ontwikkelplan, over bij- en omscholing in voorbereiding op een nieuwe baan.

Er is een systeem van leerrechten nodig, zoals al door de Commissie Regulering van Werk en het Platform Toekomst van Arbeid is bepleit. Persoonlijk leerrecht betekent dat iedere burger bij geboorte recht heeft op (maximaal) een universitaire studie. Afhankelijk van de kosten van de genoten opleiding blijft na het behalen van tenminste een startkwalificatie (mbo-diploma) een persoonlijk budget over van 0 tot 25.000 euro. Dit bedrag kan gedurende het hele werkzame leven voor scholing worden opgenomen. Zo verkleint het leerrecht de ongelijkheid bij de start op de arbeidsmarkt, maar het vergroot ook de kans dat iemand de mogelijkheid op het vizier houdt om tijdens de carrière te anticiperen op veranderingen en te blijven ontwikkelen.