We worden dus echt gevolgd…

Amper twee dagen nadat ik mijn vorige coronacolumn had geschreven, bleek dat ik over welhaast profetische gaven moet beschikken. Op NPO1 Radio ontstond een hele discussie over het feit dat werkgevers hun werknemers in de thuissituatie (b)lijken te volgen. Mag dat, gebeurt dat, hoe gebeurt dat dan et cetera. Aanleiding was een bericht uit de USA (uiteraard) waar werkgevers via spycams en software die precies bijhoudt wat je doet hun werknemers volgen. Stel je voor dat je eens een uurtje ‘pikt’ van de baas. Het blijkt in Nederland ook te gebeuren.

Mijn broer, inmiddels wereldberoemd hier op dorp, vertelde mij dit weekend dat hij een vreemde melding op zijn computer kreeg. ‘Gefeliciteerd, u heeft een nieuw record aantal toetsaanslagen gehaald’, luidde de melding. Dat vond hij op zijn minst bijzonder. ‘Waar zou dat vandaan komen’, vroeg hij zich, nogal naïef in mijn ogen, af. Ik legde hem uit dat zijn baas, of iemand anders ergens in de organisatie, nog hoger dan zijn baas, graag wil weten (lees: controleren) of hij zijn werk wel doet… ‘Maar als ik het inlever volgens afspraak, met de juiste informatie en ze kunnen ermee verder werken, dan weet hij dat toch al?’ Inderdaad.

Ditzelfde fenomeen werd dus besproken tijdens die discussie op NPO1. ‘Wat zegt een aantal toetsaanslagen nu helemaal over iemands productiviteit’, werd een arbeidspsycholoog door de interviewer voorgelegd. ‘Helemaal niets’, luidde het antwoord simpelweg.

Kijk, dat is tenminste mannentaal. (Het was inderdaad een man, maar dat terzijde. Ik bedoel het hier overdrachtelijk.) Dat iemand de hele dag bezig is achter zijn computer zegt ook helemaal niets over zijn of haar productiviteit, vervolgde de psycholoog. ‘Je wordt normaal gesproken afgerekend op het resultaat, je zit in een team met collega’s en er ligt werk waarvoor ieder zijn deel moet doen om tot een goed (werkend) resultaat te komen. Dan is de hoeveelheid tekst die je daarvoor nodige hebt of de hoeveelheid tijd die je eraan besteedt eigenlijk volkomen irrelevant.’

Dat laatste is overigens niet helemaal waar: er wordt uiteraard wél gekeken naar de hoeveelheid tijd die je besteedt aan een klus. Het moet bedrijfstechnisch wel uit kunnen. Maar dat is niet het eerste criterium en bovendien, mijn broer werkt bij een overheid. Resultaat gericht werken telt daar dan weer wel zwaar mee. Want ergens zit iemand op dat resultaat te wachten. Ook bij een overheid. Daarbij geldt dat de kwaliteit van het geleverde resultaat de doorslag geeft in de beoordeling door de ontvanger. Niet het feit dat het iemand is gelukt daarvoor een nieuw record toetsaanslagen te vestigen om het te bereiken.

Beter iets langer, foutloos en doordacht, dan snel, gebrekkig en half werk, maar wel met een record.

Managers, zullen ze het ooit leren?

John de Waard